Vraag en antwoord

Op deze pagina vind je veelgestelde vragen en antwoorden over de Helpdesk Zonopwek, de voorkeursvolgorde zon, de handreiking uitvoeringsstrategie Zon op daken en objecten en diverse kennissessies.

Veel informatie vind je ook in de kennisbank. Mocht je geen antwoord vinden op je vraag, neem dan contact met ons op via het contactformulier.

 

Overheden kunnen de nieuwe dataset ‘Zon op gebouw’ opvragen. Dit geeft een analyse van het theoretisch potentieel voor zonnepanelen op gebouwen in heel Nederland. Én van alle gerealiseerde zonnepanelen t/m 1 april 2021. Provincies kunnen de data voor meerdere RES-regio’s opvragen op de website van RVO. Gemeenten kunnen de dataset via hun eigen RES-regio opvragen.

Dat heeft zeker zin.

De RES gaat over grootschalig opwekken van zonne-energie. Onder grootschalig wordt verstaan meer dan 15 KiloWatt piek. Inwoners en bedrijven werken allemaal ook hard aan het opwekken van elektriciteit met zon op dak en dat is belangrijk. 

Kleinschalig zon telt - zoals afgesproken in het Klimaatakkoord - niet mee op weg naar de 35 TWh. Kleinschalig zon boven de 7 TWh autonome groei gaat dus pas meetellen zodra de 35 TWh is gerealiseerd. Het helpt dus de 55 TWh te realiseren: het gezamenlijk bod van de 30 regio’s samen. Zodra er met alle regio’s samen 35 TWh is gerealiseerd én wordt geleverd (ook als dat eerder is dan 2030), gaat dus alle zon op dak boven de autonome 7 TWh meetellen. Die extra terawatturen worden toegekend aan de afzonderlijke RES-regio’s op grond van daadwerkelijk gerealiseerde productie. Het PBL zorgt dat - zodra de 35 TWh is bereikt - per regio bekend is welke extra terawatturen meegerekend kunnen worden in het eigen bod als onderdeel van de 55 TWh.

De voorkeursvolgorde zon, ook wel de zonneladder genoemd, bestaat uit vier treden en is bedoeld om multifunctioneel ruimtegebruik met zonne-energie te stimuleren en landbouw- en natuurgebieden te ontzien.

Het Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) hebben afspraken gemaakt over het multifunctioneel gebruiken van locaties voor de opwek van zonne-energie. De voorkeursvolgorde zon is hiermee aangescherpt. Dat schrijft minister De Jonge (BZK) mede namens minister Jetten (Klimaat en Energie) op 26 oktober 2023 in een kamerbrief.

Zie ook Vragen en antwoorden bij Kamerbrief en bestuurlijke afspraken over aangescherpte voorkeursvolgorde zon

Deze afbeelding geeft de stappen vabn de zonneladder weer. stap 1 op daken en gevels, stap 2 op onbenutte terreinnen in bebouwd gebied 3. in landelijkgebied  4 op landbouw en natuurgronden

De schaarste in netcapaciteit is een realiteit waar veel RES-regio's mee te maken hebben. Toch blijft het opwekken van duurzame energie een belangrijke en noodzakelijke opgave. Om de productie van zonne-energie te blijven stimuleren zonder het elektriciteitsnet te overbelasten, zijn er diverse slimme oplossingen en strategieën beschikbaar die niet alleen de druk op het net verminderen, maar in sommige gevallen zelfs voor verlichting zorgen. Op de website van NP RES staan een reeks innovatieve oplossingen om netcongestie aan te pakken.

Bij het opstellen van een uitvoeringsstrategie Zon op daken en objecten is een aantal elementen belangrijk. Ten eerste inzicht in de regionale en lokale ambities, beleid en regelingen, dataverzameling (dakpotentie in de regio) en de analyse daarvan. Ook is inzicht in de actuele netcongestie in de regio en de gevolgen daarvan noodzakelijk. Vervolgens kunnen de belangrijkste belemmeringen en daarvoor benodigde oplossingsrichtingen opgesteld worden. In de uitvoeringsstrategie worden dan concrete doelen vastgelegd en benodigde middelen, capaciteit, organisatievormen en een planning beschreven. Tot slot zal de strategie ook moeten toezien op kwantitatieve en kwalitatieve monitoring van de afspraken die zijn gemaakt. 

De ontwikkeling van zon op daken en objecten neemt sterk toe en kan rekenen op breed maatschappelijk en politiek draagvlak. Om deze ontwikkeling te versnellen en aan de regionale en landelijke ambities te voldoen, is sturing op de uitvoering noodzakelijk. Door een uitvoeringsstrategie op te stellen, kunnen ambtenaren van gemeenten en provincies aan de hand van inzicht in de belemmeringen en kansen effectief beleid opstellen en monitoren.  

De Zonnebrief van de minister van EZK uit 2022 ondersteunt het belang van zon op daken en objecten. Hierin staat onder andere: “Het kabinet wil samen met IPO, VNG en Waterschappen aan de 30 RES’en  vragen hun huidige RES 1.0 – voor zover dit nog niet is gebeurd - te vertalen in regionale Uitvoeringstrategieën Zon op Dak op het niveau van gemeente of regio.” 

De Handreiking Uitvoeringsstrategie Zon op daken en objecten helpt RES-regio’s en gemeenten een Uitvoeringsstrategie Zon op daken en objecten op te stellen. De handreiking helpt grip te krijgen op de uitvoering van die ambities. Door de stappen van de handreiking te volgen werk je aan een concrete en efficiënte strategie zon op daken en objecten.

In de handreiking Regionale Energiestrategie – update 2022 wordt geadviseerd een uitvoeringsstrategie Zon op daken en objecten te maken. In de RES van iedere regio staan de ambities/doelen geformuleerd, in de uitvoeringstrategie hoe die ambities/doelen gerealiseerd kunnen worden. 

De helpdesk Zonopwek biedt diverse instrumenten (handreiking, leidraden, etc), concrete hulp via de expertpool en een uitgebreide kennisbank. Ook organiseert zij met enige regelmaat kennissessies.

De website is voor RES-regio’s, provincies, waterschappen en gemeenten ter ondersteuning van het realiseren van zonprojecten binnen de Voorkeursvolgorde zon.

De helpdesk Zonopwek is een initiatief van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei, het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Interprovinciaal Overleg, Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Unie van Waterschappen. 
 
Het Nationaal Programma RES en Rijkdienst voor Ondernemend Nederland zijn de uitvoerende organisaties. 

Voor een nieuw zoekgebied voor zon:

Zet vooral in op de eerste 3 tredes. Kijk naar grootschalig zon op dak, bijvoorbeeld bij bedrijventerreinen, maar ook bijvoorbeeld sportclubs. We zien dat op daken op bedrijventerreinen of sportclubs vaak nog meer mogelijk is. Vaak ontbreekt het aan organiserend vermogen of een sluitende businesscase waardoor er nog niets gebeurt. Je kunt dus als overheid zorgen dat er gezamenlijke actie komt, bijvoorbeeld via parkmanagement of door er als gemeente een gebiedsmanager/ wijkmanager op te zetten. 

Denk verder ook aan de randen langs wegen (zoals veel van de OER trajecten), parkeerplaatsen (solarcarports) en ga in gesprek met het waterschap over de mogelijkheid van zon op water.

Als dat niet lukt

Kom je er met zonprojecten op de eerste 3 tredes niet uit? Meld het probleem bij NP RES. Hoe concreter hoe beter. De overheden hebben namelijk ook met elkaar afgesproken dat de RES-doelstellingen onverminderd overeind blijven en er geholpen gaat worden om zon op tredes 1-3 wel te realiseren. Hoe duidelijker wordt waar dan in de praktijk de barrières zijn, hoe sneller daar maatregelen op genomen kunnen worden.

NP RES heeft de taak gekregen om de gemaakte afspraken te monitoren en te evalueren.

Windenergie overwegen

Een hele andere optie in relatie tot het halen van de eigen doelstellingen is het overwegen van windenergie in plaats van zon op land. In veel regio's zien we dat de verhouding zon-wind niet in balans is. Een goede balans van zon en wind draagt bij aan een stabiele levering van energie en helpt netcongestie te voorkomen.  Ook voor wind geldt uiteraard een goede inpassing in de omgeving, het streven naar 50% lokaal eigendom van de productie van de lokale omgeving (burgers en bedrijven) en voldoende acceptatie van omwonenden.

Wat zijn de uitzonderingen:

Indien gronden gedurende een ruime periode niet meer gebruikt worden als landbouwgrond, ondanks dat ze wel als zodanig zijn bestemd, dan vallen deze niet onder trede 4. Het gaat dan onder andere om gronden langs snelwegen of spoorwegen en andere restgronden.

En verder:

  • AgriPV: combinatie van een substantiële agrarische functie met een zonnepark.
  • Landbouwgronden die op basis van bestuurlijk bindende afspraken in transitie zijn, bijvoorbeeld gronden die in de toekomst een andere bestemming krijgen zoals woon-werk-bestemming, recreatie of overgang naar natuur of gronden die minder geschikt worden voor een landbouwfunctie door verzilting, vernatting of bodemdaling. Zonne-energie draagt financieel bij aan het mogelijk maken van de gebiedsgerichte opgaven voor een maximale periode (30 jaar), waarna de gebieden hun definitieve bestemming zullen krijgen. 
  • Als de aanleg van zonneparken op gronden betekenisvol bijdraagt aan de vermindering van de netcongestie of zorgt voor vergroting van een efficiënter netwerkgebruik (netneutraal).

Randvoorwaarden zijn er ook:

De projecten zullen altijd:

  • landschappelijk goed ingepast worden
  • inpasbaar zijn in het energienetwerk.

Bovendien streven partijen ernaar dat alle zon op land projecten voldoen aan de in het Klimaatakkoord genoemde streven naar 50% eigendom van de productie van de lokale omgeving (burgers en bedrijven) en kan rekenen op voldoende acceptatie van omwonenden.

In de eerste plaats heeft dit akkoord geen invloed op al lopende projecten. Als de vergunning al verleend is, of in een vergevorderd stadium is, dan zal het park nog op basis van de huidige ruimtelijke kaders rond kunnen komen.

Ook als er in de RES beredeneerd en onderbouwd is waarom iets een uitstekend zoekgebied is, is de kans groot dat dit nog door kan gaan. Treed hiervoor in contact met de provincie.  

Ook zijn uitzonderingen in het akkoord aangegeven die we hieronder toelichten.

Dit betekent dat de provincies hun provinciale verordeningen hierop waar nodig gaan aanpassen en dat in principe per 1-1-2024 bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet op orde hebben. Vanaf dat moment vraagt zon op land extra motivering om vergund te krijgen. De voorkeur ligt bij de eerste 3 tredes. Let wel, provincies behouden het recht om strengere eisen te stellen.

De zonneladder is niet nieuw. Deze stond al in de Nationale Omgevingsvisie. Ook in de handreiking RES is deze destijds opgenomen. Uit analyse van o.a. PBL blijkt dat regio's deze ook in de RES hebben opgenomen.

Aanleiding van het akkoord was de observatie van het ministerie van BZK dat er provinciaal verschillend mee werd omgegaan. Dit akkoord is gesloten door het Rijk (BZK, EZK, LNV) met IPO, VNG, Unie van Waterschappen en Netbeheer Nederland. Met dit akkoord worden de provincies aangespoord om tenminste de eisen van de voorkeursvolgorde zon in hun provinciale verordening over te nemen. Een groot deel van de provincies had dit al gedaan, sommigen hebben zelfs strengere eisen.

De achtergrond van die volgorde is dat (landbouw)grond schaars is en de bestuurslagen deze niet zomaar willen opofferen voor monofunctionele zonneparken. Zeker niet omdat zij ook nog voldoende potentie zien op daken (trede 1) en op terreinen en objecten binnen bebouwd gebied (trede 2) en landelijk gebied (trede 3).

Wanneer je zonne-energie op maatschappelijk vastgoed wilt realiseren, moet je rekening houden met een aantal aandachtspunten. Elke gemeente kent zijn eigen uitdagingen. Enkele veelvoorkomende aandachtspunten zijn:

1. Kennis en kunde

Ambtenaren die zonne-energie op maatschappelijk vastgoed willen realiseren hebben een brede expertise nodig. Kennis over relevante wet- en regelgeving, enige technische kennis, projectmanagementvaardigheden en kennis over financieringsmogelijkheden zijn noodzakelijk om verduurzaming van maatschappelijk vastgoed te laten slagen.

2. Beleidskader en uitvoeringskracht

Een veel voorkomend knelpunt is de vertaling van een verduurzamingsambitie naar beleid, waarna dit beleid moet worden uitgevoerd in de vorm van verschillende projecten. Elk van deze stappen vereisen verschillende competenties, die niet altijd aansluiten bij de capaciteit die lokale overheden in huis hebben.

3. Draagvlak

Het creëren van draagvlak op politiek, bestuurlijk en ambtelijk niveau is onmisbaar om zonne-energie op maatschappelijk vastgoed te realiseren. Ook is het belangrijk om draagvlak te creëren onder de betrokken stakeholders.

Dat er sprake is van netcongestie in de omgeving van het te verduurzamen maatschappelijk vastgoed, betekent niet automatisch dat zonne-energie hier geen optie is. Vaak is er wel meer onderzoek en analyse nodig. Maatwerk in de vorm van het goed afstemmen van opwek en verbruik kan in het geval van beperkte terugleveringsmogelijkheden uitkomst bieden.

Lees meer over netcongestie op: Netcongestie | Helpdesk Zonopwek

Naast generieke stimuleringsregelingen vanuit het Rijk zoals de SDE++ en ISDE subsidies, zijn er een aantal subsidieregelingen die specifiek gericht zijn op maatschappelijk vastgoed.

De subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) komt eigenaren van bestaand maatschappelijk vastgoed tegemoet in de kosten om te verduurzamen. Deze subsidie is zowel beschikbaar voor losse maatregelen zoals het installeren van zonnepanelen, maar biedt ook de optie voor gedeeltelijke financiering van integrale verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.

Specifiek voor sportaccommodaties is de subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) beschikbaar.

Er kan ook sprake zijn van lokale stimuleringsmogelijkheden. Neem hiervoor contact op met de gemeente of provincie.

Lees meer over stimuleringsmogelijkheden: Stimulering bouw en onderhoud van sportaccommodaties (BOSA) 2024 | Subsidie | Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen & Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA)

Energiedeling tussen panden met verschillende eigenaren wordt steeds meer mogelijk door nieuwe regelgeving en technologische innovaties. Aan de hand van energiedeling kan de directe omgeving van het maatschappelijk vastgoed de vruchten plukken van de opgewekte zonne-energie.

Energiedeling is bijvoorbeeld mogelijk door daken van maatschappelijk vastgoed (deels) beschikbaar te stellen voor lokale energiecoöperaties. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld omwonenden meeprofiteren van de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.

Lees meer over energiedelen op: Lokaal energie-delen | Netbeheer Nederland

Voor kleinere gemeenten (< 50.000 inwoners op 1 oktober 2022) bestaat het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed. Dit programma biedt onder andere steun bij:

  • Het in kaart brengen van het vastgoed
  • Opstellen van een portefeuilleplan
  • Samenstellen van individuele gebouwaanpakken
  • Het uitzoeken van financieringsmogelijkheden en het starten van inkoopprocessen
  • Het sluiten van contracten met uitvoerders

De ondersteuning van dit programma wordt geboden vanuit de provincies. Dit sluit goed aan bij de behoeften van eigenaren van maatschappelijk vastgoed, vanwege de ruimte voor maatwerk. Neem contact op met jouw provincie om meer te weten te komen over de mogelijkheden.

Lees meer over het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed op: Ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed.

Het installeren van zonnepanelen brengt extra risico's met zich mee. Dat maakt het soms lastig om een goede verzekering af te sluiten. Met onderstaande stappen kun je de verzekerbaarheid van je zon op dak project verbeteren.

Stap 1: Voorbereiding en inzicht

  • Dakconstructie en isolatie: Laat de sterkte van de constructie (opnieuw) berekenen door een constructeur, controleer de onderhoudsstaat van je dakbedekking, en achterhaal het type isolatie en dakbedekking dat is toegepast. Dit helpt je om mogelijke risico’s beter in te schatten en gerichte maatregelen te nemen.
  • Systeemtype en onderhoud: Verzamel alle technische details over de gehele PV-installatie. Denk hierbij aan het merk en model van je panelen, de omvormer en bekabeling, en je montagesysteem. In-dak systemen kunnen risicovoller zijn vanwege de grotere kans op lekkages en brand. Zorg voor een onderhoudsplan dat deze risico's meeneemt.
  • Controleer je garantie: Controleer of de garantie op de dakbedekking net zo lang meegaan als die van de zonnepanelen.
  • Gebruiksactiviteiten: achterhaal welke bedrijfsactiviteiten in het pand plaatsvinden waarop je de zonnepanelen wilt plaatsen. Dit kan invloed hebben op de risico's en daarmee op de verzekeringsvoorwaarden.

Stap 2: Ga in gesprek met je verzekeraar

  • Eisen duidelijk krijgen: Verzekeraars mogen onderling geen afspraken maken en kunnen daarom verschillende eisen stellen. Praat daarom vooraf met je verzekeraar. Zo weet je precies aan welke voorwaarden je moet voldoen. Het kan verstandig zijn om bij verschillende verzekeraars de voorwaarden en dekking te vergelijken. Dit helpt je om een verzekering te vinden die past bij jouw project en de vereisten en beperkingen beter te begrijpen. Een adviseur kan je hierbij ondersteunen.

Stap 3: Gebruik gecertificeerde installateurs en volg de veiligheidsnormen

  • Scope 12: Laat de installatie inspecteren conform SCIOS Scope 12 door een SCIOS Scope 12 erkend inspecteur en laat geconstateerde gebreken herstellen. Dit zorgt ervoor dat de installatie voldoet aan de geldende veiligheidsstandaarden. Lees meer over Scope 12: Scope-12 (scios.nl).
  • Brandveiligheid: Installeer de omvormer op een veilige plek (bij voorkeur buiten), houd brandcompartimenten intact en zorg voor voldoende afstand tot bijvoorbeeld daklichten. Dit verlaagt risico’s .
  • Brandweer en bluswater: Zorg dat de brandweer makkelijk toegang krijgt tot het dak en dat er eenvoudig voldoende bluswater beschikbaar is op het dak. Overleg dit met de lokale brandweer. Dit kan essentieel zijn in geval van nood.

De wet bepaalt dat verzekeraars geen onderlinge afspraken mogen maken. Dat betekent dat de verzekeringsmarkt een vrije markt is. De overheid faciliteert kennisdeling en ondersteunt onderzoeken om inzicht te krijgen in de risico’s en de mogelijkheden bepaalde risico’s te beperken en zo de verzekerbaarheid te vergroten.

Gebruik bij voorkeur onbrandbaar isolatiemateriaal bij zonnepanelen op het dak, vooral bij in-dak systemen waar de panelen de dakpannen vervangen. Glaswol en steenwol zijn veilige keuzes vanwege hun eigenschappen op het gebied van brandwerendheid en brandbaarheid. Bespreek met je verzekeraar als lichter of dunner isolatiemateriaal nodig is voor jouw project. Hoewel FM Approved materialen in Europa niet verplicht zijn, hechten verzekeraars wereldwijd veel waarde aan dit keurmerk vanwege de strenge eisen en de brandeigenschappen. Overweeg ook het onderhoud en beheer op lange termijn bij je materiaalkeuze.

Niet alle daken kunnen het gewicht van zonne-energiesystemen dragen, zoals die van agrarische gebouwen of distributiecentra. Daarom is het essentieel om altijd de draagkracht van je dakconstructie te laten controleren. Dit is niet alleen vereist door verzekeraars, maar ook nodig voor subsidieaanvragen via de SDE++ regeling vanaf 2022. Een goede controleberekening draagt bij aan de veiligheid en verzekerbaarheid van je zonne-energieproject. Meer informatie hierover vind je op de website van RVO: Geschikte daken voor zonne-energie (rvo.nl).

Houd rekening met het feit dat bouwregelgeving vooral gericht is op persoonsveiligheid. Verzekeraars kijken daarnaast ook naar schadebeperking. Daarom kunnen ze aanvullende eisen hebben of adviezen geven om volledige dekking te garanderen.

De verzekerbaarheid van zon-PV op bedrijfspanden en agrarische panden varieert sterk per type bedrijf. Belangrijke aspecten die hierbij een rol kunnen spelen zijn:

  • Activiteiten binnen het pand: De aard van de activiteiten is vaak de basis voor verzekeraars. Het aanbrengen van een PV-installatie kan bij de gehele beoordeling zwaar meewegen.
  • Isolatiemateriaal en dakbedekking: deze combinatie heeft invloed op de brandveiligheid en kan daarmee de verzekerbaarheid beïnvloeden.
  • Sprinklerinstallaties: Deze kunnen in combinatie met zon-PV een hoger risico vormen op dak instorting, maar een brand waarbij PV-installaties betrokken zijn, kan ook de werking van een sprinklerinstallatie negatief beïnvloeden.
  • Eventuele andere preventieve voorzieningen.

Deze en vele andere aspecten zijn belangrijk om te overwegen, maar hun relevantie kan variëren afhankelijk van de specifieke omstandigheden van elk bedrijf.

Scope 12 is een inspectiemethodiek die is ontwikkeld om de kwaliteit van installaties te beoordelen. Het is ontwikkeld door SCIOS (Stichting Certificering Inspectie en Onderhoud van Stookinstallaties). Door de invoering van Scope 12 kunnen installateurs en eigenaren van zonnepaneelinstallaties ervoor zorgen dat hun systemen veilig zijn. Dat helpt om de verzekerbaarheid te vergroten en de kans op het ontstaan van schade te minimaliseren. Lees meer over Scope 12: Scope-12 (scios.nl).

Verzekeraars hechten veel waarde aan een goedkeuring conform Scope 12 omdat een onafhankelijke partij de kwaliteit van de installatie beoordeelt. Echter, voldoen aan Scope 12 garandeert niet automatisch dat je project aan alle eisen voor brandveiligheid voldoet.

Raadpleeg voor installatie van het systeem je verzekeraar om te overleggen of er aanvullende eisen gelden, naast Scope 12.

Hoewel een inspectie volgens Scope 12 aanvankelijk kosten met zich mee kan brengen, biedt het een betrouwbare manier om de veiligheid en verzekerbaarheid van zon-PV-projecten te waarborgen. Door proactief te investeren in de kwaliteit van de installatie, kun je risico’s op schade beperken en daarmee de verzekerbaarheid ten goede komen.
Daarnaast zijn veel installateurs al nauwkeuriger bij aanleg, wanneer men weet dat de installatie conform Scope 12 geïnspecteerd zal worden. Dit draagt tevens bij aan de duurzaamheid en betrouwbaarheid van je zonne-energiesysteem, wat op de lange termijn zowel kosten als zorgen kan verminderen

Wanneer je zonnepanelen installeert op het dak van een ander, zoals bij een huur- of leaseconstructie, zijn er enkele belangrijke verzekeringsaspecten om rekening mee te houden:

  • Verzekering van de installatie: De eigenaar van de zonnepanelen moet doorgaans zelf een verzekering afsluiten voor de installatie. Dit omvat meestal een verzekering specifiek voor de zonnepanelen.
  • Brandverzekering van het bedrijf waarop de installatie geplaatst wordt (opstal, inhoud en bedrijfsschade): De installatie van zonnepanelen kan invloed hebben op de brandverzekering van het desbetreffende pand. Dit komt omdat de aanwezigheid van zonnepanelen het risico voor verzekeraars verandert, wat kan leiden tot veranderingen in de voorwaarden van de brandverzekering van het bedrijf zoals premie, eigen risico of algehele verzekerbaarheid.
  • Communicatie met verzekeraar: Het is belangrijk dat zowel de eigenaar van het gebouw of het onderliggende bedrijf als de eigenaar van de zonnepanelen contact opnemen met hun verzekeraars om de situatie te bespreken. De eigenaar van het pand moet de installatie van de zonnepanelen melden aan zijn verzekeraar om te zorgen dat de brandverzekering up-to-date is en alle risico’s dekt.

Kijk voor meer informatie op de website van Milieu centraal: In 4 stappen zonnepanelen voor kleine VvE | Milieu Centraal of op de website van Hier: Verzekeren van een zonne-installatie op andermans dak | HIER.

We maken steeds vaker gebruik van Energie Opslag Systemen met lithium batterijen. Om dit op een verantwoorde manier te doen is de richtlijn PGS 37-1 voor de veilige opslag van elektriciteit in Energie Opslag Systemen ontwikkeld. Deze richtlijn gaat over hoe je op een veilige manier met ‘grote batterijen’ moet omgaan. Bij het combineren van batterijen met zonnepanelen is het naleven van deze richtlijn essentieel om risico’s te minimaliseren en de efficiëntie van de zonne-energieopslag te waarborgen. Maar ook hiervoor geldt: treedt vooraf in overleg met je verzekeraar.

Lees meer over de richtlijn PGS 37-1 : Lithiumhoudende energiedragers: energieopslagsystemen (EOS) (publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl).

De tool is voor iedereen toegankelijk binnen de ingerichte regio's. Mocht jouw regio niet beschikbaar zijn, neem dan contact op met Zonnedakje, dan kijken we of we dit mogelijk kunnen maken.

De tool is voor iedereen toegankelijk binnen de ingerichte regio's. Mocht jouw regio niet beschikbaar zijn, neem dan contact op met Zonnedakje, dan kijken we of we dit mogelijk kunnen maken.

Ja voorbeelden zijn de parkeergarage bij ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede en het Ziekenhuis Drachten heeft een parkeerterrein met solar carports overkapping.

We rekenen momenteel met 32 cent per kWh voor de verkoopprijs voor laden. Deze bedragen worden halfjaarlijks geüpdatet aan de hand van de marktontwikkelingen.

We streven ernaar om onze dekking te vergroten maar op korte termijn is Zonnedakje Carport voor Zuid Holland alleen in gemeente Den Haag beschikbaar.

De Provincie Noord-Holland heeft een aantal projecten lopen/afgerond. Hieruit bleek: paar jaar in de voorbereiding tot nu toe, bouwen binnen 6 maanden. Hoe meer er geplaatst worden hoe sneller het proces kan gaan.

Op dit moment hebben we in Harderwijk bij dit project nog geen last van netcongestie. We hebben in de businesscase wel rekening gehouden met mogelijke netcongestie in de toekomst met een min van 2% in de opbrengst.

De belangrijkste factor voor een goede business case is de opbrengst per kilowattuur. Deze waarde kun je zelf aanpassen in de tool. Ten tijde van de webinar was de standaard instelling hiervoor 5.6 ct/kwh. Inmiddels is de standaard waarde aangepast naar 9 ct/kwh, in lijn met de lange termijn verwachting van MilieuCentraal. Daardoor wordt de terugverdientijd aanzienlijk korter. Andere manieren om de business case te verbeteren zijn eigen verbruik achter de meter, en verkoop van elektriciteit door middel van elektrische laadpalen.

Als de randvoorwaarden goed zijn is dit zeker kansrijk. Een belangrijke factor is wat de opbrengst (of besparing) per opgewekte kwh is.

Er zijn een aantal voorbeelden van solar carports die desondanks alsnog gerealiseerd zijn. Denk aan: provinciehuis Overijssel in Zwolle, het grote smart grid in Flevoland bij Biddinghuizen, 'powerparking Dronten' en voor ondernemers bijvoorbeeld Ikea. Zie hiervoor o.a. de Helpdesk Zonopwek.

Als het niet in de regio beschikbaar is, moet het via de beleidsmedewerker aangevraagd worden bij zonnedakje. Je kunt Otto een mail sturen. Dan wordt dit verzoek doorgezet naar de gemeente of RES-regio.

Iets breder: wat zijn randvoorwaarden voor een gezonde buca?

Wim
In Harderwijk hebben we de aanleg van laadinfra in eigen beheer niet diepgaand onderzocht omdat het binnen de regels verband houdend met de garantiestelling van de gemeente er geen mogelijkheden zijn om in "eigen" beheer aan particulieren te verkopen.

Otto
In het algemeen is het van belang dat een goede prijs per kilowattuur terugverdiend wordt. Terugleveren aan het elektriciteitsnet levert doorgaans het laagste tarief op (hoewel het ook dan rendabel kan zijn). Drie manieren om een hogere prijs per kWh te krijgen zijn 1) eigen verbruik (besparing tegen inkoopprijs), 2) of een overeenkomst met een (directe) stroomafnemer uit de buurt, of 3) Directe verkoop van elektriciteit door middel van oplaadpunten. Over de uitwerking in de praktijk en welke route voor een specifieke situatie het beste is raden wij aan in gesprek te gaan met een energie coöperatie die dit traject hebben doorlopen.

Volledige vraag
Zit er in de businesscase ook een optie zeg 200 panelen op kleinverbruik 3 x 80A met SCE subsidie? Onderconstructie gefinancierd door de gemeente, laadpalen geregeld door plaatselijke laadpalen leverancier, en de plaatselijke energiecoöperatie regelt de panelen met
donateurs met een SOCIALE postcoderoos waarbij alle profits SCE + stroomopbrengsten naar
mensen in energie armoede gaat? Congestie is ook wel een enorm dingetje oa hier in de
Achterhoek vandaar wellict nog iets met opslag erbij, RVO kom met aparte SCE categorie Zon op carports?

Antwoord
In de SCE zit , net als in de SDE, geen aparte categorie voor solarcarports, maar deze kunnen wel gewoon ingediend worden en in aanmerking komen voor SCE subsidie. Jaarlijks
(meest in voorjaar) publiceert PBLconcpten voor de nieuweregeling waarop de markt kan reageren- dat is het moment om uw wijzigingen in regelingen voor te stellen. Tot nu toe geen reden geweest voor EZK om apart categorie te introduceren.

Het lijkt me goed denkbaar om een zonnecarport goed in te passen in een goed landschapsplan. Eigenlijk is dat bij ons ook gebeurd. Aandachtspunten zijn natuurlijk evident: geen hoog opgaand groen in verkeerde hoek zodat dit schaduw op de panelen geeft, maar dan nog is er veel mogelijk. Water dat er vanaf komt zou je ook ter plekke kunnen laten infiltreren of evt. zelfs opslaan.

Er zijn een aantal voorbeelden van solar carports die desondanks alsnog gerealiseerd zijn. Denk aan: provinciehuis Overijssel in Zwolle, het grote smart grid in Flevoland bij Biddinghuizen, 'powerparking Dronten' en voor ondernemers bijvoorbeeld Ikea. Zie hiervoor o.a. de Helpdesk Zonopwek.

Dat is niet zo eenvoudig maar de basis wordt gelegd als beide partijen de meerwaarde van elk der partijen ziet. Dan is het zoeken naar de verantwoorde weg. We hebben mogelijk bij de gerealiseerde carport middels de Unsolliceted Proposal, niet de passende weg gevolgd, horen we achteraf. Nu zoeken we bij het volgende project wel naar de mogelijkheden om samen te werken De AGVV (artikel 43) geeft ruimte aan gemeentes om zich sterk te maken voor samenwerking rond de energie transities.

Zie hiervoor: https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/beleidst
erreinen/steun-voor-milieubescherming/
.

In advies 2021 heeft PBL naar kosten gekeken en gesteld dat aparte categorie binnen sde niet nodig was, maar EZK geadviseerd carports toe te staan binnen categorie gebouw gebonden omdat kosten daarmee in lijn zouden zijn. PBL had wel de aanname dat sde enkel de kosten voor realiseren pv systeem op een carport stimuleert, niet het realiseren van ook een carport zelf , zoals bij zon op daken ook de realisatie van gebouw niet als onderdeel van pv-project wordt gezien.

Via de website zonnedakje kan worden bekeken of een businesscase haalbaar is. Met de juiste randvoorwaarden is 29 parkeerplekken voldoende.

Er zijn een aantal voorbeelden van solar carports die desondanks alsnog gerealiseerd zijn. Denk aan: provinciehuis Overijssel in Zwolle, het grote smart grid in Flevoland bij Biddinghuizen, 'powerparking Dronten' en voor ondernemers bijvoorbeeld Ikea. Zie hiervoor o.a. de Helpdesk Zonopwek.

Bij Zonnepark Harderwijk was 1 van de selectiecriteria dat het project maximaal circulair moest zijn. Alle aanbieders van de panelen geven aan dat de bestaande zonnepanelen niet 100% recyclebaar zijn.

Volledige vraag
Er is geen gebrek aan kansen en ambitie. Waar je als initiatiefnemer tegen aan loopt is dat er op dit moment geen businesscase is. Dat komt door de hoge rentestand en de hoge bouwkosten.
Carports vallen onder de SDE dak subsidies maar de onderconstructie van een carport is veel duurder dan een onderconstructie voor dak projecten. Ook zijn er aanvullende voorzieningen nodig zoals verlichting. Reeds gerealiseerde projecten zijn onder andere marktomstandigheden ontwikkeld. Waarom komt er geen aparte SDE categorie voor solar carports?

Antwoord
In advies 2021 heeft PBL naar kosten gekeken en gesteld dat aparte categorie binnen SDE niet nodig was, maar EZK geadviseerd carports toe te staan binnen categorie gebouw gebonden omdat kosten daarmee in lijn zouden zijn. PBL had wel de aanname dat SDE enkel de kosten voor realiseren pv systeem op een carport stimuleert, niet het realiseren van ook een carport zelf, zoals bij zon op daken ook de realisatie van gebouw niet als onderdeel van pv-project wordt gezien.

Noord-Holland heeft daar geen specifieke leidraad voor. Er zijn naar mijn weten geen ecologische eisen specifiek voor solar carports buiten bestaande wet natuurbescherming. Gemeente kan er m.i. in het vergunningenproces voor de solar carport op aansturen dat initiatiefnemer ook ecologisch meerwaarde creëert in de plannen voor de solar carport ten opzichte van de status quo van de parkeerplaats.

In Zonnedakje Carport kun je de opbrengst per kwh zelf instellen. Ook kun je aangeven of je opbrengsten hebt uit subsidies. Deze worden dan meegerekend in de kosten bate analyse (business case).

Er zijn een aantal voorbeelden van solar carports die desondanks alsnog gerealiseerd zijn. Denk aan: provinciehuis Overijssel in Zwolle, het grote smart grid in Flevoland bij Biddinghuizen, 'powerparking Dronten' en voor ondernemers bijvoorbeeld Ikea. Zie hiervoor o.a. de Helpdesk Zonopwek.

Voor beide carports is een vergunning vereist en bouwtijd zal ook weinig verschil hoeven maken. Bij gemeentegrond dat ook publiek toegankelijk is, is dat wel extra factor want vaak lastiger toegang te verbieden. Ik kan me ook voorstellen dat om goedkeuring en financiering te krijgen voor start bouw het proces bij gemeente wellicht langer is dan een bedrijf waar 1 directeur gewoon direct kan beslissen tot aankoop na verkrijgen van subsidiebeschikking. Maar kan ook anders zijn afhankelijk van lokale omstandigheden.

Er zijn een aantal voorbeelden van solar carports die desondanks alsnog gerealiseerd zijn. Denk aan: provinciehuis Overijssel in Zwolle, het grote smart grid in Flevoland bij Biddinghuizen, 'powerparking Dronten' en voor ondernemers bijvoorbeeld Ikea. Zie hiervoor o.a. de Helpdesk Zonopwek.

De terugverdientijd wordt berekend door de totale jaarlijkse opbrengsten min jaarlijkse uitgaven te berekenen. In de opbrengsten worden terug levering aan het net, verkoop door oplaadpunten, subsidies, en direct eigen verbruik meegerekend. Hierna wordt berekend na hoe lang de totale investering terugverdiend is. Zie de rekentool voor een uitsplitsing van de kosten en opbrengsten.

Hoe beter het verbruiksprofiel aansluit bij de opwek, hoe beter de business case is. Het is dus met name belangrijk dat er overdag verbruik plaatsvindt, en in mindere mate dat er in de zomermaanden stroom verbruikt wordt.

De RES Viewer is ontwikkeld door de afdeling Data van de provincie Noord-Holland. De contactpersoon voor meer informatie is Paul Friedel (paul.friedel@noord-holland.nl).

Er is geen overzicht hiervan van alle provincies. Voorbeelden zijn wel te vinden op de Helpdesk Zonopwek. Verder is aan te raden om op de website van de Provincie Gelderland te kijken.

Zonnepanelen zijn ook goed te combineren met groene daken. Kijk eens bij het Nationaal Dakenplan voor inspiratie en stappenplannen.

De provincie NH heeft een leidraad opgesteld voor participatie en lokaal eigendom en met name hoofdstuk 3 (maatschappelijke tender) is interessant. Probleem is vaak dat energiecoöperaties geen trackrecord kennen (is voor hen een eenmalige actie). Dat kan een probleem zijn t.a.v. de indieningsvereiste in de aanbestedingsfase (alleen partijen toegelaten met ‘bewezen’ trackrecord/referenties).

Wat wel mogelijk is dat een beperkt aantal locaties gereserveerd worden voor energiecoöperaties, alleen als ook meer locaties voor eenieder beschikbaar worden gesteld (en aanbesteed). Niet-discriminatie is bij aanbestedingen een uitgangspunt. Meer informatie. RVO (het expertisecentrum aanbesteding) kan hierbij wellicht ook nog helpen.

Er zijn naar mijn weten geen ecologische eisen specifiek voor solar carports buiten bestaande wet natuurbescherming. Gemeente kan er m.i. in het vergunningenproces voor de solar carport op aansturen dat initiatiefnemer ook ecologisch meerwaarde creëert in de plannen voor de solar carport ten opzichte van de status quo van de parkeerplaats.

"De provincie NH heeft een leidraad opgesteld voor participatie en lokaal eigendoom en met name hoofdstuk 3 (maatschappelijke tender) is interessant. Probleem is vaak dat energiecoöperaties geen trackrecord kennen (is voor hen een eenmalige actie). Dat kan een probleem zijn t.a.v. de indieningsvereiste in de aanbestedingsfase (alleen partijen toegelaten met ‘bewezen’ trackrecord/referenties). Wat wel mogelijk is dat een beperkt aantal locaties gereserveerd worden voor energiecoöperaties, alleen als ook meer locaties voor eenieder beschikbaar worden gesteld (en aanbesteed). Niet-discriminatie is bij aanbestedingen een uitgangspunt. Meer informatie"

Neen, de laadpunten zijn door een externe partij aangelegd. In de prijs zit wel een hoofdkabel van onze trafo naar de kast van de laadinfo á 20K EUR.

We hebben een PPA bij OM en daarin wordt de vergoeding gebaseerd op de ongewogen maand APX. Dat leverde tot nu geen problemen op. We overwegen wel om nu of een batterij te gaan plaatsen of Tennet de mogelijkheid te geven om tegen vergoeding af te schakelen.

Daar is wel serieus naar gekeken. Het is een openbaar terrein en loop je altijd dat risico. Maar we hebben tot nu toe geen problemen ervaren, anders dat dat men wel heel makkelijk rotzooi laat slingeren.

Nee dat is niet gedaan omdat we door de ontvangen garanties geen producten mogen leveren aan consumenten.

Wattpiek installatie 48 kWp, kosten ca. 85.000; dus ca 1,77 / Wp.

Wel gekeurd door brandverzekering, niet officieel scope 12. Kan waarschijnlijk wel

In dit geval alleen WABO vergunning. Wel ook goedkeurig ErfgoedCie benodigd.

Er wordt (nog) niet teruggeleverd, stroom wordt gelijk ter plekke verbruikt. Wellicht in de toekomst uitbreiding, dan evt. met opslag, maar nu niet aan de orde.

Is afhankelijk van groenbeleid van gemeente. Je kunt niet zomaar bomen kappen. En je moet rekening houden met het soort bomen, wat er afvalt.

Zon op gebouw, is beschikbaar via je RES-regio. Of als RES-regio op te vragen bij RVO.

In advies 2021 heeft PBL naar kosten gekeken en gesteld dat aparte categorie binnen sde niet nodig was, maar EZK geadviseerd carports toe te staan binnen categorie gebouwgebonden omdat kosten daarmee in lijn zouden zijn. PBL had wel de aanname dat sde enkel de kosten voor realiseren pv systeem op een carport stimuleert, niet het realisaseren van ook een carport zelf , zoals bij zon op daken ook de realisatie van gebouw niet als onderdeel van pv-
project wordt gezien. In de SCE zit , net als in de SDE, geen aparte categorie voor solarcarports, maar deze kunnen wel gewoon ingediend worden en in aanmerking komen voor SCE subsidie. Jaarlijks (meest in voorjaar) publiceert PBL concepten voor de nieuweregeling waarop de markt kan reageren- dat is het moment om uw wijzigingen in regelingen voor te stellen. Tot nu toe geen reden geweest voor EZK om een aparte categorie te introduceren.

Er zijn een aantal voorbeelden van solar carports die desondanks alsnog gerealiseerd zijn. Denk aan: provinciehuis Overijssel in Zwolle, het grote smart grid in Flevoland bij Biddinghuizen, 'powerparking Dronten' en voor ondernemers bijvoorbeeld Ikea. Zie hiervoor o.a. de Helpdesk Zonopwek.

Er zijn een aantal voorbeelden van solar carports die desondanks alsnog gerealiseerd zijn. Denk aan: provinciehuis Overijssel in Zwolle, het grote smart grid in Flevoland bij Biddinghuizen, 'powerparking Dronten' en voor ondernemers bijvoorbeeld Ikea.

Dit is inderdaad een idee om transport te verduurzamen. Wij hebben tot op heden nog geen voorbeelden hiervan om te delen.

Als er al een carport (of gebouw) staat heeft die waarschijnlijk een vergunning en mag op dat bouwwerk vergunningsvrij zonnepanelen aangebracht worden (onder bepaalde voorwaarden). Als er nog niets staat moet voor het bouwwerk (een zonneveld is een bouwwerk met panelen en een carport is ook een bouwwerk met panelen) vergunning aangevraagd worden bij de gemeente. Er zijn wat uitzonderingen voor kleinere bouwwerken, met name op achter-erven, die soms vergunningvrij zijn- informeer bij uw gemeente . Ook als het gebouw of bouwwerk vergunningsvrij is, is toch handig daarvan een schriftelijke bevestiging van de gemeente te hebben, bijvoorbeeld om dit aan te tonen bij uw subsidieaanvraag.

Voor netbeheerders is het geen kwestie van niet willen maar zijn zij gebonden aan de privacywetgeving en de elektriciteitswet. Binnen de mogelijkheden die er zijn verstrekken de netbeheerders informatie over het energieverbruik en de opwek van kleinverbruikaansluitingen. Netbeheerders hebben geen zicht op thuisbatterijen. Als het gaat om verbruiks- en opwekdata van de grootverbruiker is deze partij zelf de eigenaar van die data. Binnen de energiewet is geheimhouding een aandachtspunt waar we bij dataverstrekking aan moeten voldoen. (Artikel 79 van de Elektriciteitswet en artikel 37 Gaswetgeving). Dus netbeheerders mogen de data van ondernemingen niet zomaar
verstrekken.

De dataset is alleen aan te vragen bij RVO door overheden. Onze wens is wel om de dataset openbaar te publiceren en we zoeken nog naar manieren hiervoor.

Die worden meegenomen als een correctiefactor. Ik kan nog niet heel erg de diepte ingaan omdat het stuk nog niet af.

Ja die zijn nagestuurd en te vinden op de helpdesk.

Volledige vraag
In verband met netcongestie zien wij meer kleinere zonnedaken gerealiseerd worden, ook in de komende jaren. Wordt de voorgang van deze daken ook in beeld gebracht? Verwachting is dat de groei boven de ingeschatte groei uitkomt. En hoe kan deze extra groei meegerekend worden in de RES doelstellingen?

Antwoord
Ja, alle daken worden in beeld gebracht bij de dataset.

Ja, maar de detectie van zonnepanelen is recenter dan 2021. Het hoogtebestand van Nederland komt wel uit 2021, ook bij de nieuwe dataset. Naar verwachting verschijnt die in het najaar.

In de volgende update (naar verwachting in het najaar 2023) willen we kijken om meer gebouwspecifieke kenmerken zoals gevels en noorddaken mee te nemen.

We zijn met bedrijvenkringen in gesprek over het energiesysteem. Daarbij kijken we naar eigen vraag en eigen mogelijkheden voor opwek, opslag en conversie en alle benodigde infrastructuur (zowel elektronen, moleculen, warmte). Laadinfra hoort daar ook bij. Het kan voor een bedrijf interessant zijn om zijn eigen dak voller te leggen dan voor eigen gebruik nodig is, wanneer zijn bedrijf daarmee toekomstbestendiger wordt. Als er meer elektriciteit in een gebied beschikbaar komt en bedrijven met elkaar afspraken maken over samenwerking en delen van energie en/of aansluitingen, dan kunnen kansen ontstaan voor groei en/of verduurzaming van bedrijfsprocessen. De focus moet dus liggen op het samenhangend energiesysteem.

Er is een bepaalde samenwerkingsvorm nodig - niet noodzakelijkerwijs een stichting - waarbinnen je afspraken kunt vastleggen. Anders is het lastig om samen op te trekken richting netbeheerder.

Het is niet per se nodig dat alle bedrijven gelijk vanaf het begin meedoen. Sterker nog, het kan juist kansen bieden. Wanneer je met een enthousiaste groep start, kun je energie in het proces krijgen. Bovendien geldt vaak dat bedrijven het ook spannend vinden om samen te werken op het gebied van energiedeling of delen van capaciteit. Als je kunt laten zien dat het kan (met een kleine groep) kun je zorgen van andere bedrijven wellicht wegnemen. Zij kunnen later aansluiten bij de samenwerking.

"1-2 jaar geleden was het vaak lastig om bedrijven te stimuleren om aan de slag te gaan. Inmiddels beseffen veel bedrijven dat ze iets moeten doen. Netcongestie, maar ook de hoge energiekosten, belemmeren de ontwikkeling en verduurzaming van hun bedrijf. Omdat vrijwel alle bedrijven dit voelen, zoeken ze elkaar op via bedrijvenkringen. Parkmanagers zijn daarin vaak een belangrijk knooppunt. In Noord-Veluwe ondersteunen gemeenten de bedrijven om - als ze die nog niet hebben - bedrijvenkringen op te richten en een parkmanager aan te stellen. Dat is afgelopen jaar vrijwel overal gebeurd. In Noord-Veluwe is er ook een koepelorganisatie van bedrijvenkringen. Gemeenten en provincie zijn in gesprek met parkmanagers & bedrijvenkringen om te kijken waar bedrijven behoefte aan hebben. De netbeheerder is betrokken om mee te denken over oplossingen.

Mooi voorbeeld: In Ermelo hebben gemeente, bedrijvenkring, netbeheerder en Rabobank een samenwerkingsovereenkomst gesloten (Green Deal) waar concrete stappen worden gezet om knelpunten op te lossen. Onderdeel daarvan is het uitvoeren van verdiepende analyses naar energieprofielen van bedrijven, mogelijkheden om netcapaciteit beter te benutten en het ontwikkelen van een smart energy hub als samenwerkingsvorm."

Bij enkele bedrijven is dat een uitdaging, omdat het een beperking vormt om te investeren in zon op dak. In onze regio zijn de meeste bedrijven eigenaar van hun eigen vastgoed (vaker wel dan niet).

Opslag is nu gericht op het overbruggen van dagdelen en/of dagen, omdat daarmee de omvang van de batterij beperkt blijft. Seizoensopslag is met batterijen nog niet haalbaar, vanwege de kosten. Opslag kan je ook regelen via waterstof of andere vorm van gas (biogas), of opslag in de vorm van warmte, maar op dit moment zijn daarvoor nog geen vragen gekomen van bedrijven.

Het heeft geen zin als je ervan uitgaat dat er binnen een periode van 3-5 jaar en de verre toekomst voor iedereen met alle initiatieven voldoende capaciteit is op het netwerk.

Volledige vraag
Als het realtime verbruik van de onderneming belangrijke basis is voor de technische haalbaarheid. Wat gebeurt er als dit realtime verbruik veranderd in de toekomst. Maak je afspraken als de realtime verbruiken ingrijpend veranderen? Leg je dit contractueel vast?

Antwoord
Als je realtime verbruik verandert en je hebt daarmee voor de hele hub een grotere capaciteit nodig, dan kan het zijn dat je in de infrastructuur noodzakelijke aanpassingen veroorzaakt. Als je realtime verbruik verandert en je kunt het binnen de hub faciliteren, kun je middels afspraken die verandering faciliteren.

Voor kleinverbruikaansluitingen gelden andere voorwaarden dan voor grootverbruikaansluitingen. 3x80A is de grootste kleinverbruikaansluiting, alles groter dan deze aansluiting wordt gezien als een grootverbruikaansluiting. Hierop is de kaart van toepassing. De verhouding tussen die twee hangt er vanaf of wordt gekeken naar totaal vermogen of aantallen. Netbeheerders gebruiken vooral de vermogens en dan gaat het momenteel om ongeveer 9.8GW PV grootschalig en 6.3GW kleinschalig. In aantallen is veruit het grootste deel (ordegrootte 90%) een kleinschalige installatie.

Zoals eerder besproken kan dat o.a. door het gebruik van de dataset zon op gebouw van RVO. Ook gesprekken met stakeholders zullen je hierbij helpen. Meer hierover in de handreiking die we zullen sturen na de webinar.

Zeker, dit zullen we als praktijkvoorbeeld delen op de Helpdesk Zonopwek.

Wil je op de hoogte blijven van praktijkvoorbeelden, nieuws, bijeenkomsten of updates in de kennisbank op de helpdesk? Maak dan een account aan via dit formulier. Met dit account kun je verschillende pagina's op de helpdesk volgen. Updates van deze pagina's verschijnen dan in je mailbox.

Cookie settings